Algemene Dekkingsmiddelen

Algemeen

In dit onderdeel worden die middelen opgenomen, die vrij besteedbaar zijn en dienen ter financiering van de gemeentelijke uitgaven. De bekostiging van het voorzieningenniveau in onze gemeente wordt onder meer gevonden in dit onderdeel. Het gaat dan met name om de onroerende zaakbelastingen en de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Deze middelen hebben in tegenstelling tot heffingen als rioolrechten en afvalstoffenheffing geen vooraf bestemd bestedingsdoel. Ze zijn dus niet geoormerkt.

Verder zijn bij dit onderdeel opgenomen de saldi van de diverse kostenplaatsen. De kosten worden via tarieven verdeeld over de verschillende programma’s.

Inzicht in de algemene dekkingsmiddelen is essentieel. Daarom is een toelichting op de volgende onderdelen verplicht voorgeschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV):

  1. Lokale heffingen;
  2. Algemene uitkering;
  3. Dividend;
  4. Saldo van de financieringsfunctie;
  5. Overige dekkingsmiddelen.

Tabel PA.1 Algemene dekkingsmiddelen

(bedragen x € 1.000)

Rekening

Begroting

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Mutaties reserves

1.460

2.825

734

388

293

258

Uitbesteding belastingen

-194

-180

-147

-147

-147

-146

Onroerende zaakbelasting

1.963

2.127

2.160

2.287

2.287

2.247

Saldo kostenplaatsen

-191

-1.367

-28

-28

-28

-28

Overige eigen middelen

-52

-393

-479

-506

-773

-956

Saldo financieringsfunctie

824

693

954

840

798

680

Integratie sociaal domein

0

6.974

7.182

7.100

6.918

6.782

Saldo verkoop eigendommen

-83

114

54

66

67

68

Frictiekosten belastingen

-19

-26

-14

-8

-8

-8

Algemene uitkering

12.396

10.957

11.185

11.051

11.149

11.215

Toeristenbelasting

344

383

433

433

433

433

Forensenbelasting

23

29

32

34

34

34

Ondernemen met de natuur

0

-207

0

0

0

0

Sociale cohesie

0

-180

0

0

0

0

Totaal algemene dekkingsmiddelen

16.472

21.752

22.066

21.510

21.023

20.578

De grote verschillen tussen de jaren 2014, 2015 en 2016 en volgende jaren wordt voornamelijk veroorzaakt door de mutaties in de reserves (wat weer te maken heeft met de overloopbudgetten welke overgeboekt worden van het ene naar volgend jaar).

Met betrekking tot deze dekkingsmiddelen kan het volgende vermeld worden.

Lokale heffingen

Informatie over de lokale heffingen is opgenomen in paragraaf B lokale heffingen. Deze paragraaf is breder van opzet dan de lokale heffingen waar het hier om gaat, omdat onder lokale heffingen ook zaken vallen als afvalstoffenheffing, rioolrecht en leges. Deze zijn opgenomen onder de diverse functionele programma’s.

Algemene uitkering/ integratie-uitkering sociaal domein

Netjes op tijd is op Prinsjesdag de Septembercirculaire gepubliceerd. Hierin staat de nodige informatie. Het belang van de mei/juni-circulaire is afgelopen jaren sterk toegenomen. Dalende accressen, sterke ontwikkeling van de uitkeringsbasis, financiering 3D-taken, groot onderhoud aan verdeelstelsel. Ook in deze circulaire zitten alle elementen weer opgenomen.

Accressen
De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van ‘samen de trap op en samen de trap af’ hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voorvloeiend uit de trap op trap af methode wordt het accres genoemd.
De afrekening van het accres 2014 is nadelig, een min van € 125 miljoen. De rijksuitgaven waren minder dan gedacht. Dit wordt verrekend in 2015. Daarnaast is ook uitkeringsjaar 2015 nadelig, € 221 miljoen. Samen € 346 miljoen. Dat is een flinke aderlating zo tijdens het lopende begrotingsjaar. Halverwege het jaar nog ombuigen zal weinig effect meer hebben in dit jaar. In 2016 komt het weer goed door een accres dat even groot is als de daling in 2015.

3D-taken
Met ingang van 2016 zijn de objectieve verdeelmodellen voor de WMO 2015 en Jeugd van toepassing. Door de invoering ervan treden herverdeeleffecten op. Voor beide modellen
worden ingroeipaden gehanteerd. Door de ingroeipaden worden de herverdeeleffecten afgevlakt.

De integratieuitkering Sociaal Domein wordt conform de aankondiging in de decembercirculaire 2014 structureel verlaagd met € 134 miljoen in verband met de zgn. WLZ-indiceerbaren. Cliënten hadden de keuze om hun behandeling onder de Wet Langdurige Zorg door te zetten of in te stromen bij de gemeenten. Minder cliënten dan verwacht stroomden in bij de gemeenten, wat een korting op het macrobudget rechtvaardigde.

Raming kaderbrief

2015

2016

2017

2018

2019

Algemene uitkering

10.856.275

11.139.508

11.025.095

11.001.386

11.050.724

Decentralisaties

AWBZ/wmo

1.677.250

1.972.533

2.010.428

1.952.420

1.934.358

Jeugd

2.134.487

2.307.833

2.364.588

2.418.158

2.431.010

Participatiewet

3.157.591

2.939.469

2.748.299

2.577.611

2.447.166

Totaal saldo

17.825.603

18.359.343

18.148.410

17.949.575

17.863.258

Raming septembercirculaire 

2015

2016

2017

2018

2019

Algemene uitkering

10.870.237

11.184.782

11.051.189

11.149.371

11.215.115

Decentralisaties

AWBZ/wmo

1.682.816

1.951.399

2.010.428

1.952.420

1.934.958

Jeugd 

2.124.369

2.307.833

2.364.588

2.418.158

2.431.010

Participatiewet

3.157.591

2.923.177

2.725.067

2.547.092

2.415.560

Totaal saldo

17.835.013

18.367.191

18.151.272

18.067.041

17.996.643

Gevolgen septembercirulaire 2015

2015

2016

2017

2018

2019

Algemene uitkering  

13.962

45.274

26.094

147.985

164.391

Totaal saldo

9.410

7.848

2.862

117.466

133.385

Saldo financieringsfunctie

De voorgecalculeerde rentekosten zijn aan de diverse programma’s toegerekend op basis van de vastgestelde begrotingsrichtlijnen voor het jaar 2016.
De rekenrente over het financieringstekort is bepaald op 2,5%.

Overige eigen middelen

Dit onderdeel bevat delen van de begroting die niet een direct verband hebben met de programma’s zoals algemene baten en lasten, saldo kostenplaatsen, Wet WOZ, verkoop van eigendommen en mutaties in reserves.

WOZ

Met ingang van 2012 worden de taxaties, de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen uitgevoerd door Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) in Roermond. Elk kwartaal ontvangen wij uitvoeringsinformatie over de stand van zaken.

OZB als percentage van de waarde

De onroerende zaakbelastingen (OZB) wordt met ingang van 1 januari 2009 berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak.

Onvoorzien

In de begroting is de post onvoorzien incidenteel voor € 62.000 opgenomen.