Financiering

Algemeen

Het doel van deze paragraaf is om de financiële positie van de gemeente op basis van het door de Raad vastgestelde treasurystatuut 2012 te evalueren. Het statuut maakt onderdeel uit van de verordening financieel beheer.
Daarnaast is de paragraaf een belangrijk instrument voor het transparant maken van de financieringsfunctie. De centrale doelstelling van het treasurybeleid is het beheren van de financiële geldstromen en het beperken van de financiële risico’s voor de gemeente.
De uitvoering van treasury wordt wettelijk geregeld in de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO). Deze wet regelt dat de uitvoering van de treasuryfunctie binnen de gemeente uitsluitend de publieke taak dient en geschiedt binnen de financiële kaders van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Ontwikkelingen landelijke politiek

Het kabinet heeft een regeerakkoord gesloten dat voor gemeenten een aantal (financiële) gevolgen kan hebben.

Schatkistbankieren
De wijziging van de wet FIDO inzake verplicht schatkistbankieren, verplicht gemeenten om hun overtollige financiën onder te brengen bij het Rijk. Met schatkistbankieren wordt door de gemeente gemiddeld lager rendement behaald dan op de markt. Voor de gemeente Bergen is voor 2016 niet van belang omdat wij geen overtollige financieringsmiddelen hebben.

Het drempelbedrag is een minimum bedrag (afhankelijk van de omvang van de centrale over) dat gemiddeld buiten de schatkist mag worden gehouden. Voor de gemeente Bergen bedraagt dit drempelbedrag:

x € 1 miljoen

Schatkistbankieren

2015

2016

Begrotingstotaal

29

30

Percentage

0,75%

   0,75%

Drempelbedrag

0,2175

0,225  

Rentebeleid

Rentevisie
De rente staat op een historisch laag niveau. Maar dat historische niveau duurt nu al een aantal jaren.
De ECB voert een nu een beleid gericht op een laag renteniveau om de economische groei te
stimuleren.

Prognose ultimo 2016

3 maands interbancair

0,10%

10 jaar staatslening

1,60%

bron BNG 27 juli 2015

Het afgelopen jaar is, net zoals on het voorgaande jaar en in overeenstemming met de wettelijke grenzen, maximaal gebruik gemaakt van kortlopende financiering. Met een rentepercentage dat dicht tegen de 0% ligt zijn we voornemens dit beleid te continueren. Voor wat betreft de afgesloten geldleningen is gekozen voor geldleningen met een relatief lange looptijd. Hiermee willen we gebruik maken van de relatief lage kapitaalmarktrente om voor langere tijd verzekerd te zijn van een rente die op dit moment als laag wordt beschouwd.

Risicobeheer

Het risicobeheer is gericht op het beperken van financiële risico's. In het treasurystatuut zijn richtlijnen
en limieten opgenomen, die de basis vormen voor alle transacties op dit gebied. Daarnaast geeft de
Wet FIDO normen voor het beperken van risico's.
De belangrijkste risicocategorie is het renterisico, waarvan de kasgeldlimiet en de renterisiconorm belangrijke richtlijnen zijn ter beperking van renterisico's.
De kasgeldlimiet heeft betrekking op leningen met een rentetypische looptijd tot één jaar
en de renterisiconorm heeft betrekking op leningen met een rentetypische looptijd vanaf één jaar.
Het doel van deze normen van de Wet FIDO is om te voorkomen dat bij herfinanciering van de leningen bij (aanzienlijk) hogere rente grote verschillen optreden in de hoogte van de rente die de gemeente moet betalen. De normen beperken de budgettaire risico's.

Kasgeldlimiet
De externe financieringsbehoefte wordt ingevuld met kortlopende en langlopende leningen. Bij het aantrekken van kortlopende geldleningen met een looptijd tot 1 jaar, dient rekening gehouden te worden met de kasgeldlimiet, gemaximeerd in de wet FIDO. De kasgeldlimiet is gelijk aan een bepaald percentage (8,5%) van het begrotingstotaal in 2016 € 2,5 mln. Doordat de kortlopende schuld structureel niet hoger mag zijn dan de kasgeldlimiet, wordt het risico beperkt op grote fluctuaties in de korte rente, waarmee het begrotingsevenwicht in gevaar zou kunnen komen.

x € 1 miljoen

Kasgeldlimiet

2016

2017

2018

2019

Begrotingstotaal

30

29

29

29

Percentage

8,50%

8,50%

8,50%

8,50%

Kasgeldlimiet

2,55

2,47

2,47

2,47

Ook de komende jaren is het streven zoveel mogelijk binnen de kasgeldlimiet te blijven en er daarmee de kasgeldlimiet niet met meer dan 2 kwartalen achtereenvolgend te overschrijden.

Rente risiconorm
Bij het aantrekken van de langlopende geldleningen met een looptijd langer dan 1 jaar, dient rekening gehouden te worden met de renterisiconorm. De wet FIDO maximeert met de renterisiconorm de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen van de bestaande leningenportefeuille. Deze heeft als doel om toekomstig renterisico op lange termijn te beperken door spreiding in de aflossingen en renteherzieningen af te dwingen en kijkt daarom altijd een aantal jaren vooruit. Voorkomen moet worden dat er in enig jaar een te grote concentratie plaatsvindt van aflossingen en renteherzieningen. Deze norm bedraagt 20% van het begrotingstotaal.

x € 1 miljoen

Rente risiconorm

2016

2017

2018

2019

Begrotingstotaal

30

29

29

29

Percentage

20%

20%

20%

20%

Renterisiconorm

6,00

5,80

5,80

5,80

Bij het aantrekken van nieuwe langlopende leningen wordt rekening gehouden met de renterisiconorm.

Beleidsuitgangspunten (her)financiering leningen:

  • Er wordt zo lang mogelijk gebruik gemaakt van kasgeldleningen, dit wordt ingegeven door de lage rente stand. Op het moment dat wordt verwacht dat de kasgeldlimiet langer dan 2 kwartalen wordt overschreden, wordt over gegaan tot het aantrekken van langlopende leningen.
  • Het aantrekken van nieuwe langlopende geldleningen wordt gebaseerd op de verwachte liquiditeitsontwikkeling. Bij de keuze voor de looptijd van de aan te trekken nieuwe lening wordt een actuele rentevisie betrokken. Tevens wordt rekening gehouden met de (ruimte in de ) ontwikkeling van de renterisiconorm.
  • Het gebruik van derivaten is niet toegestaan. Dit is expliciet opgenomen in het Treasurystatuut.

De huidige leningenportefeuille bestaat uit leningen aangegaan met de NV Bank Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Waterschapsbank. In 2015 verwachten wij de volgende mutaties in onze leningenportefeuille:

Tabel Leningenportefeuille

Leningen

Bedrag

Stand leningen per 1januari 2016

3.800.000

Vervroegde aflossingen

0

Reguliere aflossingen

575.000

Nieuw aan te trekken leningen

0

Stand leningen 31 december 2016

3.225.000

Liquiditeitspositie

Liquiditeitspositie 1e en 2e kwartaal 2015
In het kader van de wet FIDO zijn wij verplicht om deze staat in onze begroting op te nemen.

Berekening liquiditeitspositie
Deze staat vermeldt de gemiddelde liquiditeitspositie over het 3e en 4e kwartaal 2014 en 1e en 2e kwartaal 2015.
Het gaat hierbij om de gemiddelde liquiditeitspositie van de gemeente Bergen.

Deze staat maakt onderdeel uit van deze financieringsparagraaf.

Q3 2014

Q4 2014

Q1 2015

Q2 2015

(1)

Vlottende korte schuld

0

0

0

0

(saldi per aanvang maand)

0

0

494

0

0

0

969

0

(2)

Vlottende middelen

2.521

251

154

255

(saldi per aanvang maand)

221

252

0

268

199

153

0

208

(3)

Netto vlottende schuld (+)

-2.521

-251

-154

-255

Overschot vlottende middelen (-)(1-2)

-221

-252

494

-268

-199

-153

969

-208

(4)

Gemiddelde netto vlottende schuld (+)

-981

-219

436

-250

Gemiddeld overschot vlottende middelen (-)

(5)

Kasgeldlimiet

2.142

2.142

2.519

2.519

(6a)

Ruimte onder kasgeldlimiet (5-4)

3.122

2.361

2.083

2.769

(6b)

Overschrijding kasgeldlimiet (4-5)

0

0

0

0

Berekening kasgeldlimiet

(7)

Begrotingstotaal

25.504

25.504

29.638

29.638

(8)

Ministerieel percentage

8,5%

8,5%

8,5%

8,5%

(9)

Kasgeldlimiet ( 7x 8)

2.168

2.168

2.519

2.519